Jaarverslag 2018

Toelichting cijfers

“Complexe schuldenproblematiek maakt kwaliteitsslag noodzakelijk”

Marco Florijn, voorzitter NVVK

Stijging aantal schuldenaren en schuld

Voor het eerst in lange tijd hebben minder mensen een beroep gedaan op schuldhulpverlening. Dat blijkt uit cijfers van leden van de branchevereniging NVVK, die het overgrote deel van de gemeentelijke schuldhulpverlening uitvoeren. Met 86.200 nieuwe aanmeldingen in 2018 daalde het aantal met bijna tien procent ten opzichte van een jaar eerder. “Als dat komt door het betere economische klimaat is dat prachtig nieuws”, aldus voorzitter Marco Florijn van de NVVK. “Toch zien we nog steeds een veel te grote groep mensen met problematische schulden die er alleen voor staan. Daarom moeten we nu juist harder ons best doen om iedereen te bereiken.”

Minder mensen in Wsnp, aantal mensen in beschermingsbewind groeit fors

Mensen die bij de schuldhulpverlening aankloppen, brengen gemiddeld 43.300 euro aan schulden mee van 14 schuldeisers. Dat is een lichte stijging ten opzichte van een jaar eerder. Ondernemers met schuldproblemen staan aanzienlijk meer in het rood, met een gemiddelde schuldenlast van 105.000 euro. In een schuldregelingstraject wordt eerst in kaart gebracht welke vorderingen er zijn en wordt er gewerkt aan stabilisatie van de financiële situatie. Daarna kan een oplossing worden gezocht voor de openstaande rekeningen, door bemiddeling tussen schuldeisers en schuldenaren. De schuldenaar ontvangt een vast bedrag voor levensonderhoud. Schuldhulpverleners zorgen er dan voor dat de vaste lasten worden betaald en dat de schuldeisers worden terugbetaald. Naast dit ‘minnelijke traject’ dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente valt, kunnen schuldenaren een beroep doen op de Wsnp. Schuldhulpverleners verzorgen dan het voorbereidende werk. In 2018 nam het aantal verklaringen in het kader van deze Wsnp af van 7.600 in 2017 naar 6.500 in het afgelopen jaar, wat aansluit op een trend die al langer zichtbaar is. Daarentegen is volgens de Raad voor de Rechtspraak het aantal mensen in beschermingsbewind hard gestegen van 94.000 personen in 2009 naar geschat 248.800 personen in 2017. Deels zit de groei in het aantal zogenaamde “schuldenbewinden”.

Profiel gemiddelde schuldenaar

De dominante ‘klanten’ van de gemeentelijke schuldhulpverlening zijn nog steeds alleenstaande mannen tussen de 26 en 45 jaar, vaak zonder werk, lager opgeleid en laaggeletterd. “Dat is een kwetsbare groep die in de valkuil van de zelfredzaamheid dondert en het slachtoffer is van een samenleving die alleen maar ingewikkelder wordt.” Volgens Florijn werkt de ‘klassieke’ schuldhulpverlening goed om mensen te helpen waar de financiële problemen eenduidig zijn en er relatief weinig problemen zijn op andere levensterreinen. Maar we zien in de schuldhulpverlening een grote groep mensen waar schulden niet eenvoudig te regelen zijn en veel mensen die last hebben van problemen op andere gebieden. De schuldhulpverlening is nog niet voldoende toegerust om deze groep mensen te begeleiden. Marco Florijn: “Bijna dertig procent van onze klanten hebben moeite met lezen en schrijven, zo’n twintig procent heeft een lichte verstandelijke beperking of is geïndiceerd voor de geestelijke gezondheidszorg. In deze mensen moet je veel tijd en energie willen investeren.”

Landelijke Basisnorm

De decentralisatie van schuldhulpverlening biedt ruimte aan gemeenten om eigen beleid te ontwikkelen, maar kan ook tot verschillen in de dienstverlening tussen gemeenten leiden. “We streven ernaar dat iedere burger bij elke gemeente dezelfde hoogwaardige hulpverlening kan krijgen”, aldus Florijn. Daarom is de NVVK met de VNG bezig met het ontwikkelen van een landelijke Basisnorm voor schuldhulpverlening, waarin afspraken worden gemaakt over het aanbod en de kwaliteit die in iedere gemeente gegarandeerd moet zijn. Dat kan voor sommige gemeenten betekenen dat ze extra moeten investeren in de schuldhulpverlening. Florijn: “Elke euro die we uitgeven aan schuldhulpverlening levert twee euro aan maatschappelijk rendement op. Het zorgt er ook voor dat mensen weer mee gaan doen in de samenleving. Door digitalisering, professionalisering en een nieuwe kijk op kwaliteit kunnen we meer mensen beter helpen. De Basisnorm zorgt ervoor dat we aan hoge verwachtingen moeten gaan voldoen.”

Druppel op een gloeiende plaat

Uit de jaarlijkse inventarisatie door de NVVK komt de overheid naar voren als een van de belangrijkste schuldeisers. Florijn: “Het komt regelmatig voor dat de gemeente zowel probeert de schulden van haar burgers op te lossen en tegelijk in de top van de meest hardnekkige schuldeisers staat.” Er zijn ook schuldeisers die laten zien hoe het dan wel kan: recent sloot de NVVK een convenant met de KPN om schulden sneller te regelen en zij is met andere bedrijven in gesprek om soortgelijke regelingen te treffen. Sommige overheidsinstanties, zoals het CJIB, werken inmiddels ook al goed met de schuldhulpverlening samen. Dat zou overheid breed moeten gelden. Florijn: “Het kabinet en de Tweede Kamer zijn eensgezind dat we echt iets moeten doen aan problematische schulden. Maar wanneer we onderwerpen als het boetebeleid, het toeslagensysteem en de moeizame samenwerking met de Belastingdienst ter sprake brengen, valt er een ongemakkelijke stilte. Meer geld voor armoedebestrijding blijft een druppel op een gloeiende plaat wanneer we de rol van de overheid in het veroorzaken en verergeren van problematische schulden buiten beeld houden. Het eerste wat schuldhulpverleners nu in handen krijgen, is een stapel met blauwe enveloppen. Dan blijft er weinig over van de geloofwaardigheid van de overheid als bondgenoot om financiële problemen op te lossen. We kunnen simpel beginnen met één centraal incassopunt voor alle landelijke overheidsvorderingen waar op een snelle en transparante wijze wordt omgegaan met mensen die door de schuldhulpverlening worden geholpen. Dat is een eerste stap naar een meer sociaal incassobeleid door de overheid.”

Snel oplossen schulden is gezamenlijk belangen schuldeisers en schuldhulpverlening

“Het is in onze digitale samenleving onbegrijpelijk dat iemand met een minimaal inkomen binnen enkele jaren tijd voor 40.000 euro aan schuld opbouwt bij 14 verschillende schuldeisers en er geen enkele alarmbel afgaat.” Marco Florijn wijst erop dat er voldoende technische mogelijkheden zijn om schulden te voorkomen en op te lossen, maar dat we als systeem vastlopen. “Het is een gezamenlijk belang van schuldeisers en de schuldhulpverlening om schulden zo snel mogelijk te verhelpen. Hoe langer een proces duurt, des te meer geld gaat het kosten. Ik juich het toe dat steeds meer schuldeisers al aan het begin van een traject kwijting verlenen. Dat zouden meer schuldeisers moeten doen”.

Veel betrokkenheid en ambitie

Marco Florijn: “Ik zie bij onze leden maar ook bij andere professionals ontzettend veel betrokkenheid en ambitie om mensen met financiële problemen vooruit te helpen. Zij zetten zich iedere dag in om zo’n schatting 250.000 mensen een nieuw perspectief te bieden. Wanneer dat lukt, geeft dat veel voldoening en trots, ook omdat steeds meer complexe dossiers om echt vakmanschap vragen. Tegelijk zien we dat er meer mogelijk én nodig is. Het is frustrerend dat een grote groep mensen nu, om wat voor reden dan ook, geen beroep kan of wil doen op onze dienstverlening. Wij zouden graag meer ruimte krijgen om echt het verschil te maken, onder meer door het leveren van maatwerk, betere uitwisseling van informatie en digitalisering. Ook moet er meer samenhang komen tussen schuldenbewind, Wsnp en msnp. Het ontschotten van de schuldhulpverlening is noodzakelijk om betere resultaten te kunnen boeken. Wanneer je financieel vastloopt, wil je gewoon hulp en geen onontwarbare routekaart met regelingen en loketjes. Het is onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om dat zo goed mogelijk te regelen.”